DE EERSTE GROEP:
A. Voorbereiding
B. Manen van wilde paarden ontwarren
C. Een witte kraanvogel klapwiekt
A. VOORBEREIDING
1. Ga staan. Doe een stap naar links zodat de voeten op schouderbreedte afstand van elkaar zijn, ontspan de armen en hou ze langs het lichaam. Hou je hoofd en nek omhoog, hou de buik in en kijk recht voor je uit.
2. Laat de schouders zakken en til langzaam de armen op tot schouderhoogte met de palmen omlaag.
3. Laat de ellebogen en de polsen zo zakken dat de vingers omhoog wijzen.
4. Hou het bovenlichaam recht, buig de knieën en duw de handen een beetje naar beneden. Laat je ellebogen richting knieën zakken.
B. MANEN VAN WILDE PAARDEN ONTWARREN
1. Draai je bovenlichaam een beetje naar rechts en steun op je rechterbeen. Til tegelijkertijd de rechterhand op met de palm naar beneden tot op borsthoogte, beweeg de linkerhand naar rechts met de palm naar boven en hou de handen alsof je een bal vast hebt.
2. Breng de linkerhiel met opgeheven hiel naar rechts en kijk naar je rechterhand.
3. Draai je bovenlichaam een beetje naar links, doe een stap naar links met je linkervoet, hou je rechterknie gestrekt en buig de linkerknie.
4-5. Breng tegelijkertijd je linkerhand op ooghoogte met de palm omhoog en de elleboog een beetje gebogen. Breng de rechterhand ter hoogte van je taille met de palm naar beneden en de elleboog een beetje gebogen. Kijk naar je linkerhand.
6. Draai je bovenlichaam langzaam terug, steun op je rechtervoet en til je linker tenen op.
7. Beweeg je lichaam naar links voor en steun op het linkerbeen. Trek tegelijkertijd je linkerhand terug naar de borst met de palm naar beneden, draai je rechterpalm naar boven en hou de handen alsof je een bal vasthoudt.
8. Zet de rechtervoet naast de linkervoet, til de rechterhiel op en kijk naar je linkerhand.
9-10. Beweeg je rechtervoet rechts naar voren, hou het linkerbeen gestrekt en de rechterknie gebogen. Herhaal stap 4-5 in tegenovergestelde richting.
11-15. Herhaal stap 1-5
C. EEN WITTE KRAANVOGEL KLAPWIEKT
1. Draai je bovenlichaam een beetje naar links, laat de linkerhand met de palm naar beneden zakken, doe de rechterhand gebogen en met de palm omhoog naar voren en hou de handen alsof je een bal vasthoudt. Kijk naar je linkerhand.
2. Doe met de rechtervoet een halve pas naar voren en steun weer op het rechter-been. Til tegelijkertijd je rechterhand op tot ooghoogte en duw je linkerhand naar beneden en draai je boven-lichaam naar rechts.
3. Doe het linkerbeen naar voren, til de hiel op en draai je bovenlichaam een beetje naar links. Hou de rechter-hand voor je voorhoofd, laat de linkerhand zakken tot bij je linkerheup met de palm naar beneden en kijk voor je uit.